Materiality_At-the-Heart-of-Auditing.jpg

Materialiteit

In stelsels inzake financiële verslaggeving wordt het begrip materialiteit in de context van het opstellen en het presenteren van financiële overzichten vaak toegelicht. Ook al kunnen stelsels inzake financiële verslaggeving materialiteit in verschillende termen benaderen, toch wordt in het algemeen het volgende uiteengezet:

  • afwijkingen, met inbegrip van weglatingen, afzonderlijk of gezamenlijk, worden van materieel belang geacht indien daarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij een invloed zullen hebben op de economische beslissingen die gebruikers op basis van de financiële overzichten nemen;

  • oordeelsvormingen met betrekking tot de materialiteit komen tot stand in het licht van de gegeven omstandigheden en worden door de omvang of de aard van een afwijking, of door een combinatie van beide, beïnvloed; en

  • bij oordeelsvormingen met betrekking tot aangelegenheden die van materieel belang zijn voor de gebruikers van financiële overzichten, worden de gemeenschappelijke behoeften aan financiële informatie van de gebruikers als groep overwogen. Het mogelijke effect van afwijkingen op specifieke individuele gebruikers, van wie de behoeften ver uiteen kunnen lopen, wordt niet overwogen.

Wat is de relatie tussen materialiteit en audit risk?

Tussen materialiteit en audit risk bestaat een inverse relatie: een lager materieel belang leidt tot een hoger accountantscontrolerisico en omgekeerd.

Het REM-concept

REM staat voor:

  1. Risk (risico)
  2. Evidence (controleinformatie)
  3. Materiality (materialiteit)

Deze drie factoren beïnvloeden elkaar tijdens de controle en bepalden de geschikte wijze om een controle uit te voeren:

  • De accountant verzamelt controleinformatie om het risico te bepalen dat één of meerdere beweringen in de jaarrekening een materiële fout bevatten
  • Hoe meer controleinformatie de accountant verzamelt, des te meer overtuigd hij kan zijn dat de onderzochte beweringen geen onontdekte fouten bevatten

Voorbeelden van de interactie tussen de drie elementen van het REM-concept zijn:

  • Bij een cliënt met een hoog risico (R) verzamelt de accountant meer controleinformatie (E) dan bij een cliënt met een laag risico
  • Hoe lager de materialiteit, des te meer controleinformatie moet worden verzameld (omdat het moeilijker is